Vaak genoeg raken slachtoffers van letselschade teleurgesteld over de hoogte van het toegekende smartengeld, omdat die volgens hen niet recht doet aan het letsel, dat zij hebben opgelopen. Voor slachtoffers van letselschade is het smartengeld een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste schadecomponent. Het smartengeld representeert het leed dat door het letsel is veroorzaakt. Maar hoe dient dat leed dan gewaardeerd te worden?
De grondslag voor smartengeld
Het smartengeld is een vergoeding voor de schade die wordt geleden anders dan schade aan het vermogen van de persoon.
De wet spreekt over ‘een ander nadeel’. Onder ander nadeel wordt verstaan de immateriële, ideële of onstoffelijke schade. Voorbeelden: littekens, lichamelijke pijn of geestelijk letsel.
Artikel 6:106 BW bepaalt wie recht heeft op smartengeld, namelijk de benadeelde zelf in de volgende gevallen:
1. de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen;
b. hij lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast;
c. (kort gezegd) het nadeel is gelegen in aantasting van de nagedachtenis van een overledene.
De functie van smartengeld
Het smartengeld heeft verschillende functies, te weten: compensatie, genoegdoening, erkenning en rechtshandhaving. Het voornaamste doel van smartengeld is het compenseren van het letsel en de gevolgen ervan. Het slachtoffer moet in de positie worden gebracht waarin deze zou verkeren zonder het schadeveroorzakende feit. Hoewel de vergoeding in geld het letsel en de pijn niet wegneemt, stelt dat het slachtoffer wel in de gelegenheid om uitgaven te doen die zijn welzijn bevorderen.
Naast de compensatiefunctie zal het slachtoffer behoefte hebben aan enige mate van vergelding. Die vergelding brengt met zich mee dat de schadeveroorzaker een opoffering wordt gevraagd, namelijk betaling van smartengeld. In de praktijk merkt de schadeveroorzaker weinig tot niets van deze functie, omdat zijn verzekeraar de schade betaalt.
De functie van erkenning is met name zichtbaar in gevallen waarbij aan de naasten van een slachtoffer een vergoeding wordt toegekend vanwege het leed en verdriet die zij hebben ondergaan omdat zij geconfronteerd zijn met het letsel van het slachtoffer.
Bij rechtshandhaving valt te denken aan de bescherming van de fundamentele rechten van een persoon, zoals de bescherming van de privacy.
De hoogte van het smartengeld
Voor de bepaling van de hoogte van het smartengeld volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad dat de volgende factoren o.a. van invloed zijn:
De bovenstaande factoren dienen volgens de Hoge Raad ingevuld te worden op grond van objectieve factoren, zoals de aard van het letsel en de gevolgen daarvan voor de benadeelde. Men dient zoveel mogelijk te abstraheren van de concrete beleving van het slachtoffer. Zo kan bijvoorbeeld gekeken worden naar de leeftijd van het slachtoffer en daarmede de duur dat het slachtoffer voor de rest van zijn leven geconfronteerd zal worden met het letsel.
Bij de begroting van het smartengeld dient de rechter te letten op de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, daaronder begrepen de maximaal toegekende bedragen. Bij die begroting is het de rechter niet verboden om mede acht te slaan op de ontwikkelingen in andere landen met betrekking tot de toegekende bedragen.
Toegekende bedragen
In Nederland is in de rechtsliteratuur veel kritiek geuit op de hoogte van het smartengeld, dat door de rechters wordt toegekend. Nederland zou in de toekenning van het smartengeld achterblijven in vergelijking met de omringende landen. Onder invloed van de kritiek in de rechtsliteratuur is er in de Nederlandse rechtspraak een verandering waarneembaar, waarbij de smartengeldbedragen naar boven worden bijgesteld.
De hoogste toegekende smartengeldvergoeding die in Nederland door de rechter is toegekend bedraagt € 250.000, ECLI:NL:RBNNE:2018:4190. Wanneer we dat vergelijken met de omringende landen, zoals Duitsland waar op 6 november 2019 door het Landgericht Gießen een bedrag van
€ 800.000 werd toegekend vanwege een medische misser, is het voor een letselschadeslachtoffer in Nederland moeilijk te behappen dat ons land nog achterblijft met toekenning van hogere bedragen aan smartengeld.
Gezien de stijging van de smartengeldbedragen in ons omringende landen, met name Duitsland, die kwa recht niet veel verschilt met het Nederlandse recht en het oordeel van de Hoge Raad, namelijk dat de rechter bij de begroting ook acht mag slaan op de ontwikkelingen in andere landen en de kritiek in de rechtsliteratuur, zal er naar mijn mening voldoende aanknopingspunten zijn voor de rechter om hogere vergoedingen toe te kennen, dan hetgeen gebruikelijk is geweest in Nederland.
Bent U betrokken geweest bij een verkeersongeval en wenst U dat wij Uw schade verhalen op de wederpartij, neem dan contact op met Mr M.W. Fakiri via nummer 070 314 24 14 of murteza@fakirivanbeuningen.nl