Heeft u een minderjarig kind met de Nederlandse nationaliteit en heeft u zelf geen verblijfsrecht?
Nederlandse kinderen met een niet-Nederlandse ouder
Enige tijd geleden is door middel van een prejudiciƫle vraag bij het Hof van Justitie van de Europese Unie de vraag gesteld of een ouder die niet de Nederlandse nationaliteit heeft een verblijfsvergunning dient te krijgen, om bij zijn of haar kind die wel de Nederlandse nationaliteit heeft te kunnen verblijven.
Het Europese Hof heeft deze vraag positief beantwoord in het Chavez-arrest. Een derdelander die ouder is van een minderjarig Nederlands kind, kan een afgeleid verblijfsrecht krijgen. Er worden echter enkele voorwaarden gesteld. Zo dient het kind afhankelijk te zijn van de niet Nederlandse ouder. Tevens wordt de leeftijd van het kind in ogenschouw genomen en wordt gelet op de lichamelijke en emotionele ontwikkeling van het kind. De mate van de affectieve relatie met beide ouders en het risico voor evenwicht van het kind dat zou ontstaan als de derdelander ouder van het kind wordt gescheiden zijn eveneens van belang.
Bewijslast
De bewijslast rust op de derdelander. De derdelander dient aan te tonen dat hij of zij de verzorgende ouder is en dat de minderjarige met de Nederlandse nationaliteit in sterke mate afhankelijke is van de zorg van deze ouder. Tevens dient de niet Nederlandse ouder aan te tonen dat de minderjarige Nederland zal moeten verlaten, als aan de derdelander geen verblijfsrecht wordt verleend. Indien de verzorgende derdelander hierin slaagt, wordt het verblijfsrecht aan hem of haar toegekend.
Wat kunnen wij voor u betekenen?
Heeft u een minderjarig kind met de Nederlandse nationaliteit en heeft u zelf geen verblijfsrecht? Neem dan contact op met Mr A.J. Fakiri, telefonisch te bereiken op 070 314 24 14 of stuur een e-mail naar jawid@fakirivanbeuningenadvocaten.nl.